Het jachtrecht verpachten hoeft niet!
De term jachtrecht komt regelmatig voorbij in de provinciale stukken en de media. Maar is dat eigenlijk een recht dat door de provincie verplicht dient te worden afgegeven op haar eigen gronden? Het jachtrecht is afgeleid van het eigendomsrecht van de betreffende grond. Ofwel de 'jachthouder' heeft het recht om dieren die behoren tot de aangewezen wildsoorten (konijn, haas, wilde eend, fazant en houtduif) op zijn betreffende grond vrij te (laten) bejagen.
Maar de jachthouder is echter niet verplicht om het jachtrecht op deze 5 wildlijstsoorten te verpachten om schadebestrijding op bovengenoemde of andere soorten dieren mogelijk te maken. De grondeigenaar of -gebruiker kan bijvoorbeeld een overeenkomst sluiten met een jager over uitsluitend het (ver)jagen van soorten die serieuze schade kunnen veroorzaken, zoals bepaalde ganzensoorten. Immers een wilde eend richt geen schade aan. Dit betekent dat ook u als gemeente of provincie een keus hebt om het jachtrecht niet te verpachten en daarmee de haas, de fazant, de eend, de houtduif en het konijn niet vogelvrij te verklaren op uw (landbouw)gronden. Een aantal provincies gaven al het goede voorbeeld en pleiten daarnaast ook richting de landelijke politiek voor het opschorten van de jacht, zoals de provincie Utrecht.
|